De strijd tegen inflatie is in de Verenigde Staten nog niet gewonnen
Inflatie juli valt op eerste oog mee, maar de kerninflatie blijft hoog.
En verder:
- Een zachte landing van de Amerikaanse economie zou uitzonderlijk zijn
- Het economisch nieuws uit China blijft somber
- De industriële productie in de eurozone is zwak
Aandelenbeurzen blijven aarzelen. Na een eerder moeizaam verloop hadden beleggers er ook afgelopen week weinig zin in. De brede index voor Amerikaanse aandelen S&P 500 ging lichtjes omlaag met 0,3%, de brede Europese aandelenindex Europe Stoxx 600 sloot de week onveranderd af. Het koersvenijn zat in de staart van afgelopen week waar rommelige Amerikaanse inflatiecijfers opnieuw twijfel zaaiden. De tienjaarsrente in de Verenigde Staten steeg hierdoor van 3,95% naar 4,15%.
Graag meer ontspanning
Hét belangrijkste item op de economische agenda vorige week was de inflatie in Amerika in juli. En die viel op het eerste oog mee. De consumentenprijsinflatie, gemeten volgens de CPI-index, kwam precies op de gematigde verwachting van 3,2% uit.
Ook de onderliggende signalen waren bemoedigend. Zo daalde de kerninflatie exclusief woonkosten in juli 0,1% (maand op maand). De kerninflatie is de inflatie zonder de volatiele voedings- en energieprijzen.
Bovendien weten we dat die woonkosten de komende maanden geleidelijk zullen afnemen. Althans, dat is af te leiden uit de huurprijzen waartegen momenteel nieuwe contracten worden afgesloten.
De eerste reactie van beleggers op de inflatiecijfers was dan ook positief. Aandelenkoersen gingen omhoog, de obligatierente daalde. Maar uiteindelijk beseften beleggers dat de strijd tegen de inflatie in Amerika veldslagen wint, maar dat de oorlog nog niet noodzakelijk voorbij is. De kern-inflatie is nog steeds 4,7%. En een belangrijk gegeven was, dat de prijzen voor diensten hardnekkig hoog blijven en op dat terrein willen we graag meer ontspanning zien.
Die hogere prijzen in de dienstensector werden vrijdag nog een keer bevestigd door de producentenprijzen (de prijzen bij het verlaten van de bedrijfsdeur). Die kwamen juist bóven verwachting uit: +0,3% tegenover +0,2% in juni (maand op maand).
Afwachten wat Fed doet
De kans dat de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) in september de beleidsrente stabiel houdt, lijkt met de laatste inflatiecijfers wat toegenomen. Toch blijft het afwachten. De arbeidsmarkt speelt een cruciale rol. Die blijft krap. Het is onzeker of de inflatie ‘definitief’ onder controle kan komen zonder méér ‘pijn’ op de arbeidsmarkt. Zo’n ‘zachte landing’ van de economie zou in ieder geval tamelijk uitzonderlijk zijn.
Komende woensdag verwachten we de notulen van de laatste vergadering van de beleidsmakers van de Fed. Ter herinnering: de boodschap uit die meeting was gemengd. Enerzijds werd de deur opengehouden voor verdere renteverhogingen. Anderzijds stipte voorzitter Jerome Powell aan, dat het momentum van de inflatie afneemt en dat de arbeidsmarkt steeds meer evenwicht vertoont tussen vraag en aanbod.
Amerikaanse consument spaart weinig
Deze week komen er ook cijfers over de industriële productie en de rentegevoelige woningmarkt in Amerika. Het aantal nieuwe bouwvergunningen en de woningbouw vertonen al een tijdje een aarzelend verloop. Met een hypotheekrente van boven de 7% is hier niet snel een fundamentele beterschap te verwachten.
Daarnaast krijgen we dinsdag de detailhandelsverkopen in juli. Door de sterke arbeidsmarkt blijft de Amerikaanse consument verzekert van inkomen om te kunnen kopen, en draagt daarmee bij aan de weerbaarheid van de economie tegen de hogere rente. Ook nu weer worden degelijke cijfers verwacht.
Uiteindelijk gaan we er wel van uit dat de consumptie aan kracht inboet. Door het strengere monetaire beleid van de Fed die tot een hogere rente heeft geleid. Maar ook wegens de lage spaarquote van 4,3% bij het gemiddelde Amerikaanse gezin (het percentage van het beschikbare inkomen dat de mensen sparen).
De lage spaarquote laat weinig marge om de uitgaven op te rekken. Mede ook omdat de spaarpotten die tijdens de coronapandemie werden gevuld langzaam leeg raken. Dat suggereert onderzoek van de Fed. En zelfs áls er nog wat extra geld op de spaarrekening staat, dan is het reëel dat dat vooral bij de hogere inkomensgroepen het geval is. Dat verkleint de kans dat die middelen alsnog worden uitgegeven.
Chinese economie wacht op Peking
Vanuit China komen nieuwe cijfers over de industriële productie, de detailhandelsverkopen en de werkloosheid in juli.
Het economische nieuws uit China blijft relatief somber. Misschien dat de 1,2% hogere inflatie in de dienstensector een lichtpuntje is. In de zin dat het een indicatie is dat de binnenlandse economische dynamiek niet helemáál stilvalt. Maar alsnog is een dergelijk inflatiepeil ontgoochelend in een land dat volop zou moeten profiteren van het weer op gang komen van de economie na de coronapandemie.
Ondertussen blijft het wachten op stimulerende maatregelen van de beleidsmakers in Peking. De hoge schulden van veel regionale overheden bemoeilijken echter een en ander. Ter illustratie: regionale overheden met hoge schulden krijgen dezer dagen ‘officials’ over de vloer om hun schuldpositie uit te spitten en eventuele herstructureringsplannen op te tuigen.
Dit impliceert dat we niet hoeven te rekenen op de ‘oude' economische recepten voor het aanjagen van de economische groei via investeringen in infrastructuur en - vooral - vastgoed. Lokale overheden speelden hierin een cruciale rol.
De kredietverlening van Chinese banken stond in juli lag op een 14-jaars dieptepunt en was veel lager dan verwacht. Daarbij zien we dat gezinnen fors aflossen op uitstaande leningen. Het legt meer druk op de centrale bank om de rentetarieven te verlagen.
Zwakke industriële productie in eurozone
Vanuit de eurozone komen cijfers over de industriële productie in juli. Er is weinig aanleiding om hier veel van te verwachten. Zo weten we al dat de Duitse, Franse en Spaanse productiecijfers zwak waren. Ook de industriële inkoopmanagersindices liggen al een tijdje in de lappenmand.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 14 augustus tot en met 18 augustus |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
China |
Industriële productie YoY |
Jul |
4,5% |
|
|
Detailhandelsverkopen YoY |
Jul |
4,8% |
|
|
Werkloosheid |
Jul |
5,2% |
|
Duitsland |
ZEW-index |
Aug |
-14,4 |
|
VS |
Detailhandelsverkopen MoM |
Jul |
0,4% |
|
|
NAHB-index |
Aug |
56,0 |
Woensdag |
Eurozone |
Industriële productie MoM |
Jun |
-0,1% |
|
|
BBP QoQ, 2de schatting |
2Q23 |
0,3% |
|
VS |
Bouwvergunningen MoM |
Jul |
1,1% |
|
|
Opstartende woningbouw MoM |
Jul |
1,7% |
|
|
Industriële productie MoM |
Jul |
0,3% |
|
|
Fed-notulen |
|
|
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen