Hoofdeconoom
Komen er barstjes in de Amerikaanse arbeidsmarkt?
In het kort:
- De arbeidsmarkt in Amerika blaast stoom af, maar dat gaat wel geleidelijk.
- De Amerikaanse en Duitse tienjaarsobligatierentes stijgen weer.
- De macrocijfers uit China wijzen op een verdere afzwakking van de Chinese economie.
Met het Amerikaanse arbeidsmarktrapport over de maand juni staat vrijdag het belangrijkste macrocijfer van deze week op de agenda. In mei verraste het banenrapport positief. De 339.000 nieuwe banen lagen ruim boven verwachting.
De Amerikaanse arbeidsmarkt blijft dus krap. Ook uit een bevraging van aankoopmanagers blijkt dat de intenties om personeel aan te nemen nog positief zijn, wel met iets minder enthousiasme dan een aantal maanden terug. Toch beginnen zich een aantal barstjes af te tekenen. Zo zijn er sinds 2018 niet meer zo veel ontslagen gevallen, de uitbraak van de pandemie even buiten beschouwing gelaten.
Samenvattend gaan we opnieuw uit van genoeg nieuwe banen, zo rond de 200.000, maar minder dan de 339.000 van vorige keer. De arbeidsmarkt koelt geleidelijk af, in lijn met het algehele afzwakkende economie.
Dat zou voor de lonen tot minder opwaartse druk moeten leiden. Steeds minder werknemers zeggen vanwege een betere betrekking vrijwillig hun baan op. Vlak na de pandemie ging het maandelijks om 3% van het totale aantal werkenden. Momenteel is dat nog 2,4%. Ter vergelijking: het langjarig gemiddelde ligt op 2%. Opnieuw een signaal dat de arbeidsmarkt inderdaad stoom verliest, maar dat het geleidelijk gaat.
Wat doet de Fed?
Ongetwijfeld is dat één van de redenen waarom de Federal Reserve (Fed) geneigd is om in de tweede jaarhelft de beleidsrente nog twee keer op te trekken. Hoewel de centrale bankiers bij de beleidsbijeenkomst van medio juni nog op de handen bleven zitten. Woensdag verwachten we de notulen van de bijeenkomst van de Fed. Daarin krijgen we wellicht meer zicht op hoe scherp de Fed in de wedstrijd zit qua rentebeleid de komende maanden. Afgelopen week sprak Fed-voorzitter Jerome Powell nog steeds over een hardnekkige inflatie.
Op basis van de recentste inflatiecijfers zou die scherpte ondertussen wat minder kunnen. De PCE-kerninflatie nam in mei slechts 0,3% toe tegenover april. Met als bijkomend bemoedigend signaal dat de diensteninflatie momentum verliest.
Ook de consument lijkt aan de handrem te trekken. De persoonlijke bestedingen stegen slechts met 0,1% in mei. Bovendien werden de eerder uitgesproken verwachtingen naar beneden bijgesteld.
Wij verwachten vanuit de VS ook nog de ISM-inkoopmanagersindices, zowel voor de industrie als de dienstensector. We verwachten niet dat het beeld van een industrie in de krimpzone en een dienstensector die het wel degelijk blijft doen, veel zal veranderen.
Tienjaarsrente voor obligaties stijgt
Op de financiële markten deed de afgelopen week zich de opvallendste beweging bij Amerikaanse obligaties voor. Nadat de groei over het eerste kwartaal een opwaartse herziening meekreeg van 1,4% naar 2,0% (geannualiseerd) en het aantal aanvragen voor een werkloosheidsuitkering lager dan verwacht uitkwam, ging de tienjaarsrente weer richting 4%. Begin april, bij het omvallen van Silicon Valley Bank, was de tienjaarsrente nog 3,25%.
Beleggers realiseren zich steeds meer dat de beleidsrente van de Fed langer dan verwacht hoog zal blijven. Niet alleen in de VS , maar ook in de eurozone. Ook daar ging het (Duitse) tienjaarstarief 10 basispunten omhoog, nadat nieuwe inflatiecijfers wijzen op hardnekkige prijsdruk in met name de dienstensector.
China verzwakt
In China blijven de data ondertussen wijzen op het verder afzwakken van het heropeningseffect. De officiële PMI-inkoopmanagersindex voor de industrie was weliswaar lichtjes hoger (49,0 in juni tegenover 48,8 in de voorgaande maand), maar blijft wijzen op krimp. Daarnaast was het nieuwe cijfer over exportorders zwak (46,4). De Chinese economie ondervindt niet enkel hinder van de problemen in de vastgoedsector, ook het lagere toerental van de wereldwijde economie betekent tegenwind voor de belangrijke exportsector.
Meer nog dan de industrie weerspiegelt de dienstensector het tegenvallende karakter van de heropening. Het PMI-dienstencijfer ging naar 52,8, wat onder het gemiddelde van 2019 is. Het jaar voor het uitbreken van de pandemie. Het wijst erop dat de consumenten het rustiger aan doen en dat zou juist de aanjager moeten zijn.
Deze week krijgen we de soortgelijke inkoopmanagersindices (PMI) vanuit het onafhankelijke onderzoeksbureau Caixin. Vanochtend bevestigde de Caixin Manufacturing PMI, met een score van 50,5 de zwakkere economie al. Overmorgen komt het dienstencijfer.
De zwakte van China heeft ook consequenties voor toeleverende landen uit Azië. Landen als Japan, Zuid-Korea en Taiwan laten zwakke industriële inkoopmanagersindices optekenen voor juni. De remedie zou een wereldwijd toenemende vraag naar producten zijn, maar daar is voorlopig nog geen sprake van.
Stagnerend Europa
In de eurozone kijken we uit naar de detailhandelsverkopen over de maand mei. Op jaarbasis gaan die al zeven maanden op rij omlaag. Een duidelijke uiting van stagnatie. Ook nu weer kunnen we wellicht op z’n best rekenen op stabiele verkopen tegenover de voorgaande maand.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 3 juli tot en met 7 juli |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
VS |
ISM Manufacturing |
Jun |
47,2 |
|
|
Caixin Manufacturing |
Jun |
50,2 |
Woensdag |
China |
Caixin Services PMI |
Mei |
56,5 |
|
|
FOMC notulen |
|
|
Donderdag |
Eurozone |
Kleinhandelsverkopen YoY |
Mei |
-3,2% |
|
VS |
ISM Services |
Mei |
50,5 |
Vrijdag |
VS |
Banencreatie (Non Farm) |
Jun |
200K |
|
|
Werkloosheid |
Jun |
3,7% |
|
|
Gemiddeld uurloon MoM |
Jun |
0,3% |
Misschien vindt u dit ook interessant
Hoofdeconoom